De alledaagse verschijning van paarden in Kampen (deel 2)
Geschiedenis 19 augustus 2017, 0 CommentTweedelige serie over koetshuizen en paardenstallen in Kamper binnenstad
Vorig weekeinde herhaalde cultuurZIEN de stadswandeling ’Paarden in Kampen’ en verscheen deel 1 van deze korte artikelserie. Tijdens de stadswandelingen liet Carin Koopman zien wat ze hierna beschrijft over een stukje recente geschiedenis van Kampen waarin koetshuizen en paardenstallen de hoofdrol spelen. Voordat de automobiel zijn intrede deed, was de tred van paarden immers de gewoonste zaak van de wereld in de Kamper binnenstad.
De tijdsspanne van het collectieve geheugen bedraagt tachtig tot honderd jaar. Vanaf nu teruggerekend, valt dit samen met de periode waarin paarden en wagens uit het straatbeeld verdwenen en werden vervangen door gemotoriseerd vervoer. In de context van lange geschiedenis van de stad Kampen behoort het vervoer met paard en wagen tot het recente verleden. Het hoeft dan ook niet te verbazen dat hiervan nog vele sporen in de stad te vinden zijn. Klik op de foto’s voor een vergroting en korte omschrijving.
De stallen van verschillende binnenstadhuizen
Buiten Nieuwstraat – Oudestraat
Van een aantal voorname panden in Kampen zijn de stallen nog aanwezig of is de locatie nog bekend en herkenbaar. Een goed voorbeeld is Buiten Nieuwstraat 17, de wagen- en paardenstal van het Gotisch Huis aan de Oudestraat. Links van de stallen was een muur met een poort waardoor men toegang verkreeg tot het erf. In de jaren ’30 van de 20e eeuw is de tuinmuur vervangen door een woning. Vlakbij staat de brandweergarage uit de jaren ’50 van de vorige eeuw. Deze werd opgetrokken op de locatie waar voorheen de wagen- en paardenstallen stonden van het Heilige Geestgasthuis aan de Oudestraat, naast de Nieuwe Toren. Kampenaren op leeftijd zullen zich de heftige brand in leerfabriek Aresa (1960) nog herinneren. Als gevolg van de brand werd de bebouwing op de hoek van de Burgwal en de Broederstraat gesloopt. Het betrof het oorspronkelijke koetshuis met koetsierswoning en de stallen van het naastgelegen pand, het voorname huis van de familie Glauwe, nu Burgwal 80/81.
Vloeddijk – Groenestraat – Broederweg
Uitgeverij Zalsman koopt in 1872 het mooie huis van douairière (weduwe van adel – red.) Wittewaal van Stoetwegen aan Vloeddijk 97, met stallen aan de Groenestraat. Op de locatie van de stallen werd in 1898 een nieuwe drukkerij gebouwd. De gehele zuidzijde van de Broederweg tussen Groenestraat en stadsmuur was in de loop van de 16e eeuw in handen gekomen van de koopmansfamilie Hudde. Op de plek waar nu het pand van de Theologische Universiteit van de Gereformeerde kerken Vrijgemaakt uit 1889 staat, bezaten zij een stadspaleis. Het koetshuis en de stallen stonden aan de overzijde van de straat, naast de St. Annakapel. In de jaren ’30 van de 20e eeuw is op deze locatie de consistorie van de Doopsgezinde kerk gebouwd. Niet onvermeld mag blijven dat in 1578, nadat de Reformatie in Kampen zijn beslag had gekregen, dominee Caspar Holsteche de lijst met lidmaten opmaakte met op nummer 1 ”Rotger Hodde ende syn huisfrouwe”.
Vloeddijk – Burgwal
Schuin tegenover het poortje van het Linnenweversgilde staat het oorspronkelijke stalcomplex van Vloeddijk 106. Nog tot in de jaren ’80 van de vorige eeuw stonden in deze stal de paarden van mevrouw Reinders. Tot die tijd vormde Vloeddijk 106 een geheel met Vloeddijk 105, waarin zich aan de achterzijde en op de eerste verdieping de koetsierswoning bevond. Eén van de prachtigste pronkwoningen van de lokale adel was het huis van de familie Gansneb genoemd Tengnagel aan de Burgwal. In 1873 werd het toen leegstaande pand verkocht aan de afgescheiden gemeente van Kampen, die er de Burgwalkerk (1875) bouwde. Van dit oude stadspaleis resteert nog één bouwdeel: de stallen, nu Burgwal 58. Tot 1966 werden de voormalige stallen gebruikt als pastorie voor de Burgwalkerk.
Geerstraat – Koornmarkt
Vlak bij de hoek van de Geerstraat stond aan de Burgwal een laat-gotisch huis, dat vanaf ca. 1830 in handen was van de familie Engelenberg. In 1928 werd het door Frans Walkate verworven voor de bouw van een moderne Nutsspaarbank (1930). In 1938 werd de bank uitgebreid met een vleugel voor Walkate’s verzameling met voorwerpen uit de geschiedenis van Kampen. Deze vleugel staat aan de Geerstraat op de locatie van de stallen van huis Engelenberg. Aan de Oudestraat, tegenover de Geerstraat, staat lunchroom ’t Trappetje. Ondanks het 19e eeuwse uiterlijk, gaat de geschiedenis van dit pand terug tot de middeleeuwen. In de 19e eeuw deed het dienst als woonhuis en kantoor van de achtergelegen sigarenfabriek. Eerst van de familie Lehmkuhl, later van de familie Boele. Via de poort aan de achterzijde in de Voorstraat verliet men met de koets of met paard en wagen het binnenterrein. De huidige woning boven de poort is een latere toevoeging.
Tot slot Koornmarkt 1, nu zorghotel Het Gouden Hart. Rond 1800 werd dit pand bewoond door baron Van Ittersum en zijn gezin. De stallen van de baron stonden tegen de stadsmuur aan de overzijde van de Prinsenstraat de nummers 33 t/m 39. In deze zelfde tijd tekende Pieter Remmerts de Koornmarkt. Op de ingekleurde tekening komt vanuit de Prinsenstraat net de koets van baron van Ittersum de Koornmarkt opgereden. De koetsier heft zijn zweep om de paarden extra aan te sporen.
Zie ook:
• De alledaagse verschijning van paarden in Kampen (deel 1)
• Volop paarden in Kampen (video)
• cultuurZIEN