’Ooievaarsvrouwtje’ maakt een ronde door Zalk en Veecaten

De ooievaars gedijen goed rondom Kampen. Afgelopen weken was het weer tijd om de jongen te ringen waarbij ze meteen gemeten en gewogen werden. Wietske van den Rozenberg bekommert zich al twee decennia om de ooievaars, een initiatief dat destijds opgestart werd vanuit Dorpsbelangen Wilsum.

Wilsum
Een jaar voordat het nieuw millennium aanving, werd in Wilsum een eerste nestpaal voor ooievaars geplaatst. Binnen drie weken was het nest tegenover café IJsselzicht bevolkt door een ooievaarskoppel. Later had Wilsum drie nestpalen totdat er één geveld werd in een storm. Ooievaars zijn zeer nesttrouw dus toen het stelletje terugkeerde, bouwden ze in een oude boom nabij de paal een nieuw nest.
In 2015 plaatste Dorpsbelangen Wilsum een webcam bij het nest. Veel beelden zijn nog steeds te bekijken op YouTube. Op de video onderaan is het eerste ei te zien dat op 26 maart 2015 werd gelegd. Soms geeft het zicht op de harde wetten van de natuur. Ooievaars kunnen een jong uit het nest werpen of zelfs opeten bij voedselschaarste of om andere redenen.

Veecaten
’s-Heerenbroek kent vijf ooievaarsnesten waaronder één op de oude melkfabriek. Een ander is te vinden op het erf van Henk van Dam in Veecaten. Die nestpaal heeft hij zelf in februari vervangen en zijn moeite werd meteen beloond. Op 16 februari werd de nieuwe paal geplaatst, naast de Veecaterdijk. Op 19 februari keerde het mannetje terug en een dag later het vrouwtje. Aan de ringnummers (6655 resp. 7915) was af te lezen dat ze geboren zijn in 2004 te Rossum resp. in 2006 in Noord-Stegeren.
”Dat zijn leuke feiten om te weten,” schetst Wietske van de Rozenberg één van de redenen om ooievaarsjongen te ringen. Zij was naar Veecaten gekomen samen met Bennie van den Brink die al sinds jaar en dag dit doet. Na het ringen mat hij de vleugellengte en woog hij de drie zo’n vijf weken oude jongen. Deze gegevens worden verzameld door het Vogeltrekstation in Wageningen.

Zalk
Aan de Zalkerdijk bekommert Jan Hoekman zich om een ooievaarsnest. Evenals in Veecaten heeft Van den Brink hier drie jongeren te ringen.
Jan Hoekman geeft eerlijk toe waarom de nestpaal destijds is geplaatst: ”Wilsum had er eentje dus konden wil niet achterblijven.” De drie jongen wegen 3600, 2840 en 2800 gram. Ooievaarsjongen komen een dag na elkaar uit het ei waaruit gewichtsverschillen te verklaren zijn.
Tijdens de meetsessie houden de jongen zich als dood als overlevingsstrategie. Een goede toeschouwer kan echter zien dat ze bij de les zijn en goed kijken. Zoals Van Rozenburg het uitdrukt bij het naderen van een ooievaarsnest: ”De jongen houden zich als dood en de vader of moeder begint bij benadering ”spits te kijken”.

Keuze
Bij Zalk staan ook nestpalen bij de Belten en bij het gemaal. Twee andere nesten hebben de ooievaars zelf spontaan gebouwd. Waar jongen wel of niet geringd worden, is aan de mensen die er in de buurt wonen of er een oogje je op houden. Henk van Dam had een grote ladder, bij Zalk werd een kleine hoogwerker gebruikt maar soms is een nest ook simpelweg niet veilig en verantwoord te benaderen.
Met één ooievaarsnest in Kampen en zestien in de omtrek, blijkt Kampen een welkome uitvalsbasis te zijn – om te paren en voor het nageslacht te zorgen.