Opgedoken botresten betekenen triest einde jarenlange zoektocht

Op de bodem van de Noordzee hebben vissers botresten opgevist van Dirk van den Belt (85). Uit een DNA-overeenkomst is vastgesteld dat het gaat om de vermiste man uit Kampen. Van den Belt vertrok in april 2018 vanuit zijn woning in Kampen en bleef daarna spoorloos. De vissers hebben de vondst direct gemeld bij de politie. De nabestaanden zijn afgelopen week op de hoogte gebracht door de politie die een misdrijf uitsluit.

Onderzoek
De bejaarde man werd destijds voor het laatst gezien in Alkmaar. De afgelopen jaren is op verschillende manieren onderzoek gedaan. Omdat bloedverwanten DNA hebben afgestaan, konden de stoffelijke (bot)resten herleid worden. Grondig onderzoek en vergelijking in de DNA-databank ’Vermiste Personen’ leverde de definitieve match op.
Van den Belt zei in de ochtend van zondag 8 april 2018 tegen zijn vrouw dat hij een rondje ging wandelen. Hij keerde niet meer terug en camerabeelden wezen uit dat hij per trein van station Kampen Zuid via Duivendrecht naar Alkmaar reisde waarna elk spoor ontbrak. De vermissing trok landelijk de aandacht. Zijn kleindochter Irissa sprak na een jaar vermissing bij RTV Oost: „We leven tussen hoop en vrees.”

Databank
In de DNA-databank ‘Vermiste Personen’ zijn DNA-profielen opgeslagen van ongeïdentificeerde en vermiste personen en hun familieleden die vrijwillig DNA hebben afgestaan. Familieleden van een (op zee) vermiste persoon kunnen DNA afstaan bij de politie waardoor de politie bij het aantreffen van een lichaam, of delen daarvan, kan kijken naar een mogelijke identificatie.
De politie roept vissers op bij het vinden van mogelijk menselijke botresten, dit bij de politie in te leveren. Mensen die anderszins mogelijk menselijke resten aantreffen, wordt gevraagd meteen contact op te nemen met de politie voor verder onderzoek. Bij het aantreffen van DNA aantreffen, vergelijkt de politie dat in de databank.