Tijdwinst voor stop Stadshagen moet uit vernuftige maatregelen komen

Na de elektrificatie van het Kamperlijntje, de bouw van station Stadshagen en overname van de vervoersconcessie van NS door Keolis, bleek de vereiste snelheid voor de nieuwe dienstregeling niet haalbaar. Op zoek naar een oplossing hebben de betrokken partijen hun conclusie getrokken: Er kan niet harder gereden worden dus om een stop op Stadshagen te realiseren moeten er secondes tijdwinst gehaald worden uit andere maatregelen. Eensgezind zaten de partijen om de tafel in het Provinciehuis.

Gezamenlijke verklaring
Nadat ProRail zich verkeken had op de veengrond van de Mastenbroekpolder, is er naarstig gezocht naar een oplossing om op de korte lijn van Kampen naar Zwolle toch het nieuwe station in de (relatief) nieuwe Zwolse wijk Stadshagen aan te doen. Afgelopen vrijdag zaten vertegenwoordigers van alle betrokken partijen gezamenlijk achter de tafel in het Provinciehuis om verslag te doen: Wethouder Albert Holtland (gemeente Kampen), wethouder William Dogger (gemeente Zwolle), Emile Broersma (directeur Rail en Ondersteuning bij Keolis), Bert Boerman (gedeputeerde provincie Overijssel) en Ans Rietstra (directeur Projecten bij ProRail).
De snelheid van de trein verhogen van 100 km/u naar 140 km/u is een te kostbare zaak. De investeringen hiervoor zouden tussen de 35 en 100 miljoen Euro kosten. Daarom wordt de oplossing, vat Bert Boerman samen na de persconferentie, gezocht in aanpassingen in de infrastructuur en in de dienstregeling. De Kamper gedeputeerde maakt van de gelegenheid gebruik om een misverstand uit de weg te ruimen: ”Vaak wordt gesteld dat de nieuwe treinstellen zwaarder zijn en dat is weliswaar zo, maar de druk wordt wel over meer assen verdeeld”.

Energie toevoegen
Verlenging van het perron op station Zwolle Stadshagen is één van de maatregelen om (een deel van) de verloren tijd te compenseren nu de snelheidsverhoging niet gerealiseerd wordt. Dit geeft de treinmachinisten meer speling om de trein te laten stoppen. Voorbij de polder zou tussen de overweg Veerallee en station Stadshagen de snelheid verhoogd kunnen worden. Of dat gebeurt is afhankelijk van de daadwerkelijke rijtijdwinst en de betrouwbaarheid van de dienstregeling. Verder wordt gekeken naar het optimaliseren van seinen, borden en beveiliging naar de nu structurele snelheid van 100 km/uur.
De energievoorziening zal versterkt worden, zodat de treinen meer stroom krijgen en sneller/feller kunnen optrekken. Voor het opvoeren van de acceleratie, licht Kasper Haar toe, zullen de onderstations bij Kampen en Zwolle aangepast dan wel versterkt moeten worden. Alle maatregelen zouden eind volgend jaar hun beslag moeten krijgen met als hoogtepunt de opening van station Stadshagen, een paar jaar na dato.

Versterking fundament
Op dit moment ’dansen’ de elektriciteitsmasten langs het spoor op het grondgebied van IJsselmuiden als de trein passeert. Hiervoor zal de fundering versterkt worden. Op dit moment worden de masten stabiel gehouden door zogenaamde ’big bags’. Die kunnen dan verdwijnen, tot opluchting van Albert Holtland die dat ”geen gezicht vindt”. De Kamper wethouder lichtte toe dat er altijd keuzes gemaakt moeten worden. Zo zullen reizigers vanaf Stadshagen de Hanzelijn naar Lelystad missen maar dat is maar 1% van de reizigers.
Kasper Haar vroeg de verzamelde bestuurders hoe de stabiliteit, ondanks de veengrond, in de toekomst gegarandeerd wordt waarop het antwoord luidde dat ”de bovenmasten op de hele lijn beter gefundeerd worden”. De kenner van het eerste uur van het Kamperlijntje is één van de aanwezigen bij de persconferentie. Hij maakte van de gelegenheid gebruik om na afloop ProRaildirecteur Rietstra zijn glossy aan te bieden (zie onderaan).
”Elk project heeft zijn lessen,” werd in aanvang van de zitting opgemerkt, ”en dit was een dure en harde leerschool”. Over het vervolg reageert Kasper Haar afwachtend: ”De praktijk zal het uitwijzen.”

Zie ook:
• Nieuwe trein nieuwe vervoerder op vernieuwde Kamperlijn maakt valse start (dec. 2017)
• Tweede glossy over Kamperlijntje voltooit 25 jaar onderzoek (dec. 2018)